BOMMEN

Wat een vreselijk moment maakten we mee op Donderdagmiddag even 1 uur ! Op die 22ste Februari 1945 werd het dorpje Wallhausen voor de grootste helft vernietigd.
We waren ’s middags 12 uur “thuis” om ons droog sneedje brood met een ui op
te eten en moesten dan om 1 uur weer aan het werk gaan. Doch even voor één uur loeide de sirene, die boven op het dak van ons huis stond, en gaf groot alarm. We mochten niet op straat voor het sein “veilig” was geblazen, dus bleven we allen in de eetzaal. Plotseling, het was kwart over één, kwamen er ruim 20 zware bommenwerpers over en smeten hun bommenlast naar beneden. Het duurde niet langer dan twee minuten, maar naar schatting werden er toch ruim 80 bommen afgeworpen en ongeveer 70 dooden gemaakt. Gelukkig werd geen van ons gedood, doch op geen 10 meter afstand viel een buitengewoon zware bom. Deze maakte een gat van wel 10 meter diepte en verwoestte vele huizen. Door de luchtdruk stond ons huis te sidderen en vielen kalk en cement van de muren. De meter-dikke muren scheurden en grote straatkeien vlogen hoog door de lucht en vielen door het dak naar beneden. Onze Stellendamse vriend, Stoffel Keizer, kreeg daarbij een scherf in zijn linkerbeen. Luid kermend werd hij opgenomen. Meester Neels verleende eerste hulp. Hij werd naar het ziekenhuis te Sangerhausen vervoerd. Er kwam infectie bij en zijn been moest boven de knie worden afgezet. Arme jongen, zo jong nog en dan een been kwijt ! Maar je bent nog in leven en thuisgekomen en hoevelen zullen nooit wederkeren ? Het was een angstig ogenblik, we waren blij dat het voorbij was en we naar buiten konden. Er lagen ook nog wat zieken op de ziekenzaal boven, toen de vliegtuigen kwamen, maar bij de eerste bom die viel waren ze plotseling beter en stormden gekleed en al naar beneden. Wat zagen we een ruïne ! Wat een puin ! Men kende de buurt niet meer. De straten waren onbegaanbaar en geen dakpan lag meer op de huizen. Het eens zo mooie café “Die Grüne Tanne” was als een lucifersdoosje in elkaar gedrukt. Aan de overzijde had eens een arbeiderswoning gestaan, maar nu liepen de bijna gek geworden vader en moeder om de puinhopen heen en jammerden en trokken zich de haren uit het hoofd, want hun vier kleine kinderen lagen diep bedolven onder het puin. De haat die in ons hart was tegen alles wat Duits was, week plotseling voor een koortsachtige haast om te helpen. We sjouwden en zwoegden en probeerden de ouders te troosten, want onder het puin lagen vier kleine onschuldige kinderen. We hoorden de schaapjes huilen, doch we konden ze niet meer redden, er lag te veel puin op. Toen het puin weg was waren ze reeds gestikt. Ruim 4 dagen later werden ruim 70 slachtoffers in een massa-graf begraven. Toen begon het opruimingswerk in het dorp, dat door ons is gedaan. Dat was nog zo’n slecht werk niet. Velen hebben nog verschillende dingen onder het puin weggehaald, die we goed konden gebruiken, zoals rookartikelen en flessen vlees en ingemaakt fruit. Ons werk aan het station Wallhausen was plotseling beëindigd. We hadden zowat een week puin geruimd, toen we van Lager veranderden, omdat “ons huis”, het Hotel-Ratskeller, zoveel van het bombardement geleden had, dat het onbewoonbaar geworden was.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.