Het is rond half twee in de middag van 5 april 1945 als een aantal vliegtuigen, zeer laag vliegend vanuit zuidoostelijke richting, boven de Grevelingen bij Ouddorp verschijnen. Het is een kleine groep Amerikaanse B-17 bommenwerpers die op deze gure dag noodgedwongen onder de laaghangende bewolking vliegt. Het weer is namelijk dusdanig slecht dat van enige vorm van navigatie op grote hoogte geen sprake kan zijn, laat staan het vliegen in compacte formaties die hen bescherming biedt tegen de laatste Duitse jagers van de ooit zo machtige Luftwaffe. 

Tijd om te beseffen dat ze niet boven bevrijd Nederland vliegen is er niet, want van alle kanten wordt vuur op hen geopend. Eén van de vliegtuigen wordt hard geraakt waarbij drie motoren uitvallen en er brand uitbreekt in de cockpit. De piloot beseft de ernst van de situatie,  rukt aan de stuurknuppel en brengt het toestel op 300 meter hoogte en geeft via de intercom het bevel het toestel te verlaten. Hij krijgt bevestiging uit de staart en de neus van het toestel en begeeft zich zelf naar het bommenluik om van daar te springen. Op dat moment ontploft het vliegtuig en de piloot wordt naar buiten geslingerd waarna zijn parachute op slechts honderd meter hoogte gedeeltelijk ontvouwt. Zwaar gewond komt hij op het slik terecht van waar hij ziet dat de co-piloot Ellis Smith en navigator John Ewald reeds gevangen zijn genomen door de Duitsers, ze zijn op slechts honderd meter van een Duitse stelling geland. Enkele uren na de crash hebben enkele Ouddorpers voorgesteld bij de bezetter om de lichamen te bergen uit het toestel, maar dit wordt verboden. Na een tweede verzoek op zaterdag 7 april wordt dan eindelijk toestemming gegeven en wat de mannen in het wrak aantreffen, tart elke beschrijving. Van enige vorm van identificatie kan geen sprake zijn. Van vijf bemanningsleden worden de stoffelijke overschotten in drie kisten begraven op de Algemene Begraafplaats van Ouddorp. Op 20 april wordt het stoffelijk overschot van de staartschutter James Ireland aangetroffen nabij de Kilhaven en op 7 mei spoelt het ontzielde lichaam van Alfred Aulicino aan nabij de crashsite. Zij hebben alsnog het brandende toestel kunnen verlaten, maar zijn verdronken of hebben de val in het water van de geringe hoogte niet overleefd.


De tien jonge bemanningsleden die op deze noodlottige dag om het leven komen, maken deel uit van de zogenaamde Bates-crew van de 490th Bomb Group, 850th Bomb Squadron. De bemanning die op die dag het vliegveld van Unterschlauersbach bij Neurenberg moet bombarderen, bestaat uit:

  • 1LT Charles W. Bates (piloot) 
  • 2LT Ellis E. Smith Jr. (co-piloot) 
  • 2LT John L. Ewald (navigator) 
  • SGT Jack K. Hamilton (boordwerktuigkundige) 
  • S/SGT Raymond S. Conroy (radiotelegrafist) 
  • S/SGT Alfred J. Aulicino (togglier/rompschutter) 
  • S/SGT Charles M. Plotner (rompschutter)
  • SGT James E. Ireland (staartschutter) 
  • SGT Charles A. Anderson (buikkoepelschutter) 
  • SGT John E. Till (radar operator)

Eerste luitenant Bates vliegt zijn eerste missie nog in het 849th Bomb Squadron, maar wordt later overgeplaatst naar het 850th Bomb Squadron waar hij zijn vaste bemanning krijgt. Deze groep nog onervaren jongemannen vliegen op 2 maart 1945 hun eerste missie met als doel de industriegebieden bij de stad Dresden. Met het doel ver in het achterland van Duitsland en hun positie in het zogenaamde lead squadron (voorste positie van de aanvalsgroep), is het bepaald geen prettig vooruitzicht voor een eerste missie. De missie verloopt echter voorspoedig en het luchtafweergeschut is niet bepaald accuraat te noemen. Er volgen nog elf missies die zonder al te grote kleerscheuren worden voltooid. Op de missie van 21 maart weet Charles ‘Chuck’ Anderson zeker één, maar waarschijnlijk zelfs Me-262 toestellen neer te halen. Een knap staaltje schietwerk van de buikkoepelschutter, want deze straaljagers halen maar liefst een topsnelheid van 870 km/uur. Eind maart vliegt de Bates-crew haar twaalfde missie en de bemanning begint te geloven in een succesvol einde van de oorlog, er zijn nauwelijks nog vijandelijke jagers te bekennen en ook op de grond worden er serieuze vorderingen richting Berlijn gemaakt. Zo schrijft Chuck ook aan zijn vader op  24 maart dat hij zich niet te druk moet maken, hij zal hem weldra weer zien. Het is echter de laatste brief die hij zal schrijven… Na de oorlog worden de jongemannen die om het leven zijn gekomen, herbegraven op de Belgische Amerikaanse begraafplaats in Neuville-en-Condroz. De familie van Hamilton, Conroy, Aulicino, Plotner, Ireland en Anderson kiezen er voor om hun geliefde in hun woonplaats in de Verenigde Staten te herbegraven. John Till rust nog steeds in vrede tussen zijn 5.325 gesneuvelde kameraden in Belgie.


De Boeing B-17 is een zware viermotorige Amerikaanse lange afstandsbommenwerper waarvan het eerste ontwerp uit de jaren ’30 van de vorige eeuw stamt. Nadat de Verenigde Staten eind 1941 in de oorlog betrokken raakten, worden de eerste toestellen van het E-type o.a. in Engeland gelegerd als onderdeel van de 8th US Army Air Forces. Vanaf dat moment nemen de bombardementen op Hitler-Duitsland in alle hevigheid toe. De Amerikanen met hun operaties overdag en de Engelsen en hun andere bondgenoten in de avond en nacht.

Vanwege zijn geduchte en in de loop van zijn ontwikkeling steeds verder verbeterde eigen bewapening, krijgt het toestel al snel de bijnaam Flying Fortress (Vliegend Fort). Desondanks worden er door de Duitse luchtmacht en het luchtafweergeschut grote verliezen toegebracht. Vanaf medio 1944 kunnen de nieuwe generaties geallieerde jachtvliegtuigen meevliegen tot ver in Duitsland als bescherming van de bommenwerpers. Vanaf dat moment lopen de geallieerde verliezen dan ook sterk terug. Het toestel met serienummer 43-38103, dat hier op die mistroostige donderdagmiddag neerstort, is een B-17G, de laatste en meest geperfectioneerde operationele versie. Als belangrijkste verbetering heeft het toestel ten opzichte van de F-versie als extra een geschutskoepel onder aan de neus. De 43-38103 gaat vanuit de fabriek Cheyenne, Wyoming, waar het op 26 juni 1944 wordt aangepast met een nieuw soort staartkoepel, welke bekend staat als de ‘Cheyene-turret’. Ze is dan klaar om deel te gaan nemen in de strijd tegen Nazi-Duitsland en wordt overgevlogen naar Engeland. Op 26 juli 1944 wordt ze  overgedragen aan de 490th Bomb Group in Eye, Suffolk, waar ze haar dienst begint bij de 848th Bomb Squadron en diverse bemanningen weer veilig terugbrengt op de basis. Op 2 maart 1945 wordt ze voor de eerste keer gevlogen door 1LT Bates op een missie naar Dresden. De volgende keer dat deze bemanning weer kennis met haar maakt is het op 5 april 1945 en eindigt de missie die door het slechte weer eigenlijk nooit gevlogen had mogen worden, hier voor de Kilhaven bij Ouddorp.


 

Het paneel bij de crashlocatie bij de Kilhaven te Ouddorp.

Het paneel bij de crashlocatie bij de Kilhaven

 


Op 16 mei 2016 werd het informatie- en herdenkingspaneel onthuld in het bijzijn van familie van de buikkoepelschutter Charles Anderson. Van de ceremonie is een indrukwekkende videoreportage gemaakt:

The last mission of B-17G 43-38103: ‘The Bates crew’ from Anno Nu Media on Vimeo.

 


 

Uiteraard werden er ook een groot aantal foto’s gemaakt door diverse mensen waarvan een kleine selectie is gemaakt:

[wppa type=”slide” album=”9″][/wppa]

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.