Beschrijving
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het eiland Goeree-Overflakkee ‘bezet gebied’ tot aan de overgave van de Duitse bezetters op 5 mei 1945. Gedurende die vijf lange bezettingsjaren werd het leven op het van nature geïsoleerd gelegen en op zichzelf aangewezen eiland steeds moeilijker. Net als in de rest van Nederland werden veel dagelijkse gebruikte producten en levensmiddelen steeds schaarser en kwamen ‘op de bon’. Tot ze zelfs met de distributiebonnen niet meer verkrijgbaar waren. De winkels raakten leeg en de bewoners waren nog meer dan voorheen aangewezen op elkaars steun, op ruilhandel en op zichzelf. De op het eiland aanwezige Duitse troepen, onder meer gelegerd bij de bunkers aan de kust, eisten een groot deel van de eilandelijke landbouw- en veeteeltproductie op. Brandstof werd schaars en er werden centrale keukens ingericht. Tot overmaat van ramp werd vanaf februari 1944 bijna twee derde van het eiland door de Duitsers onder water gezet om zo geallieerde luchtlandin- gen te voorkomen. Daardoor moesten veel bewoners noodgedwongen huis en haard verlaten en velen waren genoodzaakt onderdak ‘aan de overkant’ te zoeken. In het ondergelopen gebied waren uiteraard geen aardappelen en uien meer te oogsten. Wanneer bij de razzia in december 1944 ook nog eens een groot deel van de mannelijke bevolking wordt afgevoerd naar fabrieken in Duitsland, is de misère compleet. Dit boek beschrijft aan de hand van literatuuronderzoek en getuigenverklaringen hoe de eilanders deze naargeestige periode hebben doorgebracht en de bezetting hebben kunnen overleven.
“Dit boek is van grote culturele waarde en een aanwinst voor de gemeente Goeree- Overflakkee.
Ada Grootenboer-Dubbelman
Burgemeester van de gemeente Goeree- Overflakkee
191 blz