Ardrianus Aren ( Arjaan) Breen werd geboren op 12 december 1905 te Ouddorp als zoon van Jan Breen en Klaartje Heerschap. Hij was de jongste in het gezin van vijf kinderen. Arjaan trouwde met Jannetje Bakelaar. Zij kregen drie kinderen.
Arjaan verdiende zijn boterham als molenaarsknecht bij de firma Voogd van molen “De Hoop”. Aan hun eenvoudig, rustig bestaan kwam ruw een einde door de razzia van 20 december 1944. Ook Arjaan moest zich melden in de cichoreifabriek aan het SmalleEinde. Samen met zijn dorpsgenoten werd Arjaan afgevoerd via Middelharnis-Havenhoofd, Amsterdam, Kampen naar Duitsland. De mensen werden daar over verschillende plaatsen verdeeld. Arjaan kwam met een aantal dorpsgenoten in Bielen terecht, ongeveer 5 kilometer ten
oosten van Nordhausen. De winter van 1944-’45 was streng. Het vroor meerdere nachten 20 graden. Ook viel er veel sneeuw. Onder deze moeilijke omstandig-heden moesten de Nederlandse mannen en jongens aan de spoorwegen werken. Daarbij gevoegd het onvoldoende eten van slechte kwaliteit, maakten de omstandigheden voor een maaglijder als Arjaan, zeer ongunstig. Na werktijd ging men er op uit om in het dorp en bij boeren in de omgeving te proberen om de rantsoenen aan te vullen. Arjaan maakte op een van die tochten kennis met een boerin waarmee hij ook over het geloof kon spreken. Gezien de belangrijke plaats die dat in zijn leven innam, zal dat tot verwondering voor hem geweest zijn. Zijn geloof werd wel op de proef gesteld. De tweede zondag van hun aanwezigheid werd iedereen opgeroepen om te gaan werken. Op grond van hun geloofsovertuiging weigerden Arjaan en zijn neef Jan Tanis. Iedereen vreesde het ergste. Ze waren echter niet van hun standpunt af te brengen. Ook bedreigingen van de Lagerführer misten hun uitwerking. Uiteindelijk viel de straf in die zin mee dat hun alleen het eten geweigerd werd. Wie niet werkt zal ook niet eten, gold toen wel heel consequent. Doordat de anderen uit respect en solidariteit een gedeelte van hun rantsoen afstonden, hadden ze nog meer te eten dan anders! Eind januari, begin februari werd Arjaan onverwacht ernstig ziek. Hoge koorts en hevige pijn in de maag-darmstreek. Niet zeker is of hij nog naar het ziekenzaaltje in Bielen is vervoerd. Wat we wel weten is dat zijn kameraden, waaronder Jan en Cor Breen en Jan Tanis hem op twee aan elkaar gekoppelde kindersleeën met enkele dekens erop, naar het ziekenhuis in Nordhausen gebracht hebben. Een afstand van zo’n 5 kilometer over bevroren sneeuw bij een temperatuur van 20 graden onder nul!. Op 1 februari werd de doodzieke Arjaan geopereerd. Toen hij bij kennis kwam heeft hij nog een psalm gezongen, de anderen konden waarschijnlijk door emotie niet meezingen. Rustig ontsliep hij om 18.00 uur op de 2e februari 1945. De oude predikant van Bielen leidde de begrafenis. Zijn graf werd bijgehouden door de Duitse vrouw waar hij contact mee had gehad.
Het bericht van zijn overlijden kwam op een bijzondere wijze in Ouddorp. Cor Sperling, die ook in Bielen verbleef, schreef aan zijn verloofde over het overlijden van Arjaan Breen. Deze meldde dit aan de plaatselijke predikant, dominee Hovius. Samen met een ouderling brachten ze de droeve boodschap bij de familie aan de Koudegrond, waar de verslagenheid uiteraard groot was.

Onder grote belangstelling vond op 16 juni 1948 de herbegrafenis te Ouddorp plaats van Arjaan Breen en Eeuwit Hameeteman. Twee eenvoudige stenen markeren hun graf.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.