AMSTERDAM

We verlieten het schip en werden over 8 Rijnaken via een smalle loopplank aan de kade gezet. In een ontzaggelijk grote loods werden we als schapen bijeen gedreven. Daar waren al een paar dagen mensen uit IJmuiden, Beverwijk en nog andere plaatsen. Zo ongeveer 10.000 mannen liepen daar rond, allen vervuld met angst voor de toekomst en met een baard van zowat een week.
We hadden daar een korte rust. Toch hadden we weinig lust ons eens te scheren, want waar moest je je eigenlijk voor opknappen? We waren toch maar bannelingen!
Steeds werden we opgejaagd. Dikwijls was het: aantreden en tellen. Urenlang stond je dan in de rij. Om je behoeften te doen, mocht je met 10 man gelijk gebruik maken van enkele vieze W.C.’s, met steeds een soldaat achter je hielen.
In de buitengewoon grote ruimte was het met zoveel mensen geweldig levendig en druk; het was een gekrioel als in een bijenkorf. Doch werd het al te rumoerig, dan werd er even een mitrailleur afgeschoten. De houten kogels vlogen dan tegen een luchtkoker, die door de zalen liep en dat maakte zo’n lawaai, dat het rumoer even verstomde. We werden daar wel zenuwachtiger van, maar vooral niet rustiger.
A .v. d. Meide uit Sommelsdijk was geheel vrijwillig onze algemene leider. Hij
heeft voor ons gedaan wat hij kon. Velen hebben daar nog geprobeerd een vrijstelling te verkrijgen, v. d. Meide gaf dan onze wensen door aan de Duitse autoriteiten. Maar het bleef zonder resultaat.

Zaterdagavond hield Mans uit Melissant een soort Godsdienstoefening en velen schaarden zich om hem heen en zongen van “Vrede op Aarde”. Hoe konden we nu eigenlijk van “Vrede op Aarde”zingen, daar zowat de ganse wereld in vuur en vlam stond, het oorlogsgeweld alles vernielde en ons hart vervuld was van haat ? Hoe konden we met zoveel haat in ons hart onze vijand liefhebben? “Vrede op Aarde”!
Op diezelfde avond van Zaterdag, 23 December, om 8 uur, werden we weer opgejaagd. We moesten weer voor de zoveelste maal aantreden en geteld worden, want ondanks de scherpe bewaking hadden toch nog enkelen kunnen ontvluchten. Ja, de ondergrondse zat overal en werkte voorzichtig, maar actief.
We stonden dan aangetreden, in rijen van 3, alle bagage op ons rug en wachtten maar weer op nader orders. Tellen, nummeren, en nog eens tellen. Eindelijk – het was al 10 uur – zei men, dat we konden blijven; er was geen plaats meer in de schuit, die ons naar Kampen moest vervoeren. Dus we mochten die nacht nog in Amsterdam blijven en konden heerlijk in het stro slapen.
Van hen, die wel ingescheept waren, de eerste ploeg dus, hebben we niemand meer gezien. Toen wij, de tweede ploeg dus, in Kampen aankwamen, was de eerste ploeg al naar Duitsland vertrokken.
Zondagmorgens, 24 December, werden we om 8 uur wakker. We hadden ondanks al onze ellende toch heerlijk geslapen en waren fijn uitgerust. We kregen alleen een klein stukje kaars, een flauw brokje, en ’s middags een bord prima soep.
v. d. Meide had het bij de hoge Duitsers voor elkaar kunnen krijgen, dat voor de Protestanten een dominee en voor de Katholieken een pastoor zou komen. Wij hadden Ds. Dijkstra uit Amsterdam. Hij hield voor ons een Kerstprediking en wees ons op de ernstige toestand, waarbij wij zo nauw betrokken waren. Hij zei ook dat we moeilijk van “Vrede op Aarde” konden zingen en onze vijand liefhebben zolang ons hart vol zat met haat. Hij kon het zelf ook niet…

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.