Na een kleine vertraging van ongeveer vijftien minuten vertrekt op zaterdag 22 april 1944 om 23:15 uur de Handley Page Halifax LK802 bommenwerper van het vliegveld Leeming, North Yorkshire, Engeland. De bemanning van het viermotorige toestel behoort tot het 429 Squadron van de RCAF (Royal Canadian Air Force) en staat onder leiding van de piloot James Francis Fennessey. De heenweg op deze heldere, mooie voorjaarsnacht verloopt zonder problemen en ondanks het hevige afweergeschut boven het doel bij Düsseldorf kan de bommenlast zonder problemen worden afgeworpen. De terugreis verloopt echter heel wat minder voorspoedig…

Al snel nadat de bommenwerper van het doel vandaan vliegt richting de thuisbasis in Engeland, duiken de eerste beruchte Duitse nachtjagers op. Boven Noord-Brabant ziet de bommenrichter Miller opeens aan bakboordzijde lichtsporen van kogels en meteen start de piloot Fennessey uitwijkingmanoeuvres. Enkele minuten later wordt de Halifax weer onder vuur genomen en ditmaal komt het van onder, de favoriete aanvalshoek van de nachtjagers. Het toestel wordt geraakt in de linkervleugel en het bommenluik. Vrijwel meteen breekt er brand uit en het toestel raakt in een duikvlucht. Fennessey geeft via de intercom het bevel om het vliegtuig te verlaten en roept nog dat hij er zo achteraan zal komen. Het toestel stort korte tijd later rond 02:10 uur brandend en met huilende motoren neer in de geïnundeerde Sint-Elizabeth polder van Herkingen. Pas op 13 juni 1945, ruim een jaar na dit noodlottige voorval, is de polder weer begaanbaar en kan een degelijk onderzoek uitgevoerd worden. Wat wordt aangetroffen, tart elke vorm van beschrijving. Onder de wrakresten worden de stoffelijke resten gevonden van twee vliegeniers die beide in verregaande staat van ontbinding verkeren. Aan de hand van de identiteitsplaatjes kunnen zij worden geïdentificeerd als de piloot James Francis Fennessey en de boordwerktuigkundige Herbert Ingle Austin. Beide hebben het brandende toestel niet meer op tijd kunnen verlaten en zijn op een verschrikkelijke manier om het leven gekomen. Fennessey wordt begraven op de rooms- katholieke begraafplaats te Middelharnis en in 1951 herbegraven op de militaire Canadese begraafplaats in Bergen op Zoom. Austin wordt begraven op de begraafplaats in Herkingen en rust daar nog steeds in vrede. In 1981 is in het bijzijn van nabestaanden van Austin in Herkingen een straat onthuld met de naam ‘Austinplein’.

 


 

De voltallige bemanning van de Halifax LK802 bestaat in die bewuste nacht van 22 op 23 april uit vijf Canadese, één Engels en één Amerikaans bemanningslid:

  • F/O James Francis Fennessey (piloot), Canada
  • F/S Herbert Ingle Austin (boordwerktuigkundige), Groot-Brittannië
  • P/O Alexander Achtymichuk (navigator), Canada
  • F/O R.B. Low (bommenrichter), Canada
  • M/S A.F. Kempton (radiotelegrafist), Verenigde Staten
  • Sgt W.J. Miller (rugkoepelschutter), Canada
  • Sgt Percy Bruce Crosswell (staartschutter), Canada

Helaas loopt het niet voor al de bemanningsleden die nog wel op tijd uit het vliegtuig kunnen komen, goed af. Alexander Achtymichuk, die niet kan zwemmen, draagt tijdens zijn missies nooit een Mae West reddingsvest. Het vest hindert hem door zijn geringe lengte van 1.65 meter en dit zal hem in deze nacht noodlottig worden als hij het toestel moet verlaten. Zijn lichaam is nooit meer gevonden en er kan worden aangenomen dat hij verdronken is. Ook Miller landt in het water, ongeveer 300 meter van het havenhoofd van Middelharnis in het Haringvliet. Hij weet zijn reddingsvest op te blazen en gebruikt zijn parachute als zeil en komt zo met alleen een nat pak aan op het vasteland. Hij wordt krijgsgevangen gemaakt en komt in een gevangenkamp in Duitsland waar hij de rest van de oorlog doorbrengt. Hetzelfde overkomt Low en Kempton, zij landen alleen wel op het land. Low heeft alleen wat striemen in zijn nek en een gekneusde enkel, Kempton brengt het er slechter van af en moet behandeld worden in een ziekenhuis. Voor beiden geldt dat ook zij de rest van de oorlog in Duitsland doorbrengen. Tragisch is het lot van Percy Crosswell. In eerste instantie weet hij met hulp van diverse mensen uit het Flakkeese verzet uit Duitse handen te blijven, nadat hij met zijn parachute bij Achthuizen is terecht gekomen. Uiteindelijk wordt hij na verraad toch gearresteerd en gevangen gezet in gevangenkamp Stalag III A nabij Luckenwalde. Ondanks dat de Russen praktisch voor de poort van het kamp staan, proberen Crosswell en zijn maatje Geoffrey Johnson te ontsnappen en klimmen rond 23:00 uur over het hek. Beide worden neergeschoten, Johnson is op slag dood, Crosswell overlijdt een dag later op 14 april 1945. Wanneer de schutter door gevangenen wordt gevraagd waarom hij geschoten heeft, barst hij in tranen uit en antwoordt: “Waarom probeerden ze te ontsnappen, de oorlog is voorbij.” Negen dagen later wordt het kamp inderdaad bevrijd door de Russen…

 


 

Op 14 maart 1944 stapt de vijftallige Canadese bemanning over van de Vickers Wellington naar de Handley Page Halifax bommenwerper, ook wel liefkozend ‘Halley’ genoemd. De Canadezen zijn onbekend en ongetraind met de wat minder betrouwbare Bristol Hercules motoren van deze viermotorige bommenwerper en daarom wordt een boordwerktuigkundige van de RAF, Herbert Austin, aan de bemanning toegevoegd. De Amerikaan Kempton maakt het zevental dat op een Halifax vliegt, als radiotelegrafist compleet.

Ondanks dat geleidelijk de meeste kinderziektes uit de eerste ontwerpen van de Halifax worden verholpen en de bommenwerper zich ontwikkelt als een uitermate betrouwbare machine, heeft het zich nooit uit de schaduw kunnen werken van zijn grote broer de Avro Lancaster. Zelfs niet als de laatste versies sneller zijn dan deze, op grotere hoogte kunnen vliegen en nagenoeg dezelfde bommenlading vervoeren. De Halifax is een echt multifunctioneel werkpaard dat in verschillende versies tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gevlogen. Van oorsprong ontworpen als een zware bommenwerper, maar daarnaast ook breed ingezet als o.a. transporttoestel voor gewonden en evacués, het voorttrekken van zweefvliegtuigen, het opsporen van duikboten en zelfs het droppen van geheime agenten in bezet Europa. Het toestel met squadroncode AL-F dat hier in Herkingen neerstort is het zogenaamde Halifax type Mk.III, een variant waarvan er in de oorlog 2.091 stuks zijn gebouwd en daarmee ook de meest gebouwde versie is. De bommenwerper wordt in maart 1944 aan het 429 Squadron geleverd, zijn bemanning vliegt dus in een hagelnieuwe machine. Helaas is dit maar voor een maand…

 


 


 

 

Uiteraard werden er ook een groot aantal foto’s gemaakt door diverse mensen waarvan een kleine selectie is gemaakt:

[wppa type=”slide” album=”16″][/wppa]

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.