3. Het werk in de Schlosserei

Het werk in de Schlosserei was nogal gevarieerd. Johan Licher was werkzaam als elektrisch lasser. Hij was al een heel tijdje in Duitsland en wij hadden de indruk dat zowel hij als Willem de Moor als vrijwilliger naar de Heimat gekomen waren. Willem was werkzaam als bankwerker en stond meestal aan de bankschroef te vijlen. Aan ons als nieuwkomers werden diverse werkzaamheden opgedragen. Zelf stond ik nogal eens aan een zaagbank. Er moesten dan, stalen staven schijven worden afgezaagd op een voorgeschreven nauwkeurige dikte. Waar die schijven voor dienden kwam je niet aan de weet. Je hoorde alleen wanneer de afmetingen niet klopten. Herr Schweizer kon zich niet permitteren om materialen af te leveren die niet aan de hoogste maateisen voldeden. Hij kwam derhalve regelmatig steekproeven nemen en lette daarbij scherp op. Oplettend was hij trouwens in alles. Zo was een vast punt op het programma om op zaterdagmorgen, voor het einde van de werktijd, alle machines zorgvuldig schoon te maken. Die moesten er weer als nieuw uitzien. “Wie neu im Lager!” was zijn vaste uitdrukking. Bij elk slordigheidje kon je opnieuw beginnen.

Toen wij er nog niet zo lang waren, werd er ook nog een nieuwe, zogenaamde lintzaagmachine geïnstalleerd (zie foto 15). Ik bediende af en toe deze machine voor het fijnere werk. Je moest alleen erg voorzichtig tewerk gaan anders braken de smalle (6 à 8 mm brede) zaaglinten aan de lopende band. Dan werd je al vlug van sabotage beticht. Aangezien mijn kennis van de Duitse taal blijkbaar nogal gunstig afstak bij die van de rest werd ik vrij snel tot contactman voor de Hollanders gebombardeerd. Ik was daar niet zo gelukkig mee, met het oog op eventuele jaloezie van degenen die hier al langer werkten. Maar zij accepteerden het nogal rustig, zeker na een rel tussen Willem de Moor en Poppesnor, de oude Duitse arbeider met de snor. Dat ging als volgt:

Willem hing altijd de lolbroek uit en maakte constant geintjes, maar af en toe was hij ook een echte treiterkop. Zo stond hij op zekere dag aan de lange werkbank te vijlen, samen met deze Duitser. Ik stond aan de zaagbank, vlakbij het kantoor van de baas. Op een gegeven ogenblik hoorde ik een hevig tumult en geschreeuw en ik zag dat Willem de Moor en de oude Duitser elkaar te lijf gingen. Tegelijk vliegt de deur van het kantoor open en rent de baas naar het smidsvuur, pakte een grote tang en vliegt op Willem af. Ik rende erachteraan, pak ook een tang en holde er opaf. Gelukkig vloeide er geen bloed en werden de vechtersbazen snel gescheiden. Toen kwam de baas op mij af en schreeuwde wat of ik van plan was. Ik antwoordde hem dat hij zich er niet mee had te bemoeien als die twee ruzie hadden, en als hij Willem de Moor met de tang te lijf was gegaan, hij met mij van doen had gekregen.

Hij keerde terug naar z’n kantoor en naar de telefoon. Geen drie minuten later kwam een politie-auto met loeiende sirene de binnenplaats op scheuren. Er sprongen twee lui in burger uit die het kantoor van de baas binnenstapten. Even later werd het groepje betrokkenen op het kantoor geroepen. De gearriveerde mensen lieten ons hun Gestapo-penningen zien en begonnen een reprimande uit te delen. De baas was zo buiten zichzelf dat hij op een gegeven ogenblik schreeuwde: ”Und Sie, Herr Holleman und Herr Lichter, kann ich ohne weiteres erschiessen lassen.” Alsof het afgesproken was, keken wij hem lachend aan en zeiden:“Na, machen Sie das denn.” Ik begrijp nog niet hoe we daar de moed toe hadden. Dat zal wel van de zenuwen geweest zijn. Hij was zo verbluft dat hij een ogenblik doodstil was en toen schreeuwde:“An der Arbeit!” Wij gingen terug in de werkplaats en aan het werk. Nadat de baas nog wat nagepraat had met de Gestapo zijn deze weer vertrokken en was het einde verhaal.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.