• 18 juli 1943

    Het dagboek van Han Bechtum uit Dirksland

    Donderdagmorgen 7 uur moesten we van het Maasstation naar Frankfurt vertrekken. De tijd dat ik nog thuis was, had ik het erg druk met gedag zeggen en nog enkele inkopen te doen, waarvoor ik van de distributie extra punten kreeg voor goed. Helaas was mijn meisje al een poosje ziek. Zij hield zich echter dapper en zwaaide me vanaf haar bed lachend gedag. Woensdagavond 6 uur vertrek ik van Flakkee naar Rotterdam. Het medeleven was buitengewoon en vele mensen zeiden ons nog gedag. Mijn vader ging mee nar Rotterdam. Hoewel ik gratis logies kreeg voor een nacht in Hotel Union heb ik bij de familie geslapen. Mijn vader en een vriend waren ’s morgens aan de trein op het Maasstation. We kregen een kaartje voor de D-trein van Venlo naar Kaldenkirchen. Onze club bestond uit tien man Flakkeeenaren. In Utrecht mochten we niet in de D-trein, maar moesten met een diesel naar Nijmegen. Het was een zwaar gesjouw met de zware koffers. De trein was stampvol en in Arnhem moesten we overstappen voor Nijmegen. In Nijmegen overstappen voor Venlo en in Venlo weer overstappen voor Kaldenkirchen waar we ongeveer half vijf ’s middags aankwamen. Hier werden de persoonsbewijzen afgestempeld en lieten we onze koffers op het station, omdat we naar het arbeidsbureau moesten. Daar kregen we warme soep en een stuk brood en een kaartje tot Kassel. In Kassel kregen we ook wel een kaartje voor Frankfurt werd ons gezegd. Om zes uur vertrokken we naar Kassel. Het werd ontzettend druk in de trein. De reis was belangwekkend. We spoorden over Krefeld Muhlheimen. Door het Ruhrgebeid. Wat we hier zagen laat zich met geen pen beschrijven. De verwoestingen waren ontzettend. Hele steden verwoest en uitgebrand. De Krupp fabrieken waren geheel uitgebrand. Van het verdere van de treinreis heb ik weinig gezien, doordat ik erge maagkramp kreeg, omdat het door de drukte niet doenbaar was naar de wc te gaan. Om drie uur ’s nachts in Kassel aangekomen, zijn we door het raampje uit de trein geklommen. We waren geen mens meer en doodop van het sjouwen met de koffers en de slaap. Het transport was schitterend geweest! Niettegenstaande dat moesten we weer op sjouw met de koffers, door een zij-uitgang van het station, een steile oprit met enkele trapjes af naar het zogenaamde doorgangslager. Een paar honderd meter van het station zijn we blijven zitten met onze koffers tegen de muur van een huis. Daar zaten we nu, Hollandse jongens in Duitsland…

    We waren van plan daar desnoods tot de morgen te blijven zitten, omdat we toch weer terug naar het station moesten, zo meenden we tenminste. Men kwam ons echter halen en verder zeulden we weer naar het doorgangslager. Door elkaar me het wachtwoord ‘Flakkee’ aan te roepen bleven we bij elkaar. In het doorgangslager was het een buitengewoon schone boel. In één woord: een ontzettende rotbende en je verging er van het ongedierte. Zowat niemand is er langer dan een uur naar bed geweest en ik ben er misschien wel een keer of tien naar achteren geweest. Tenslotte heb ik enkele stoptabletten ingenomen welke goed hielpen. ’s Middags vrijdag 2 juli bleek ons dat wij er tussen genomen waren en in Kassel moesten blijven. Enkele jongens gingen naar een particuliere baas en de rest moest naar de vliegtuigfabriek van Fieseler. ’s Middags werden we gehaald door een Hollander en marcheerden door Kassel naar ons toekomstig kamp, dat een eindje voorbij de fabriek lag. Onze koffers werden gelukkig met een auto gehaald. Toen we in de kantine van het lager aankwamen, leek het heel wat op de tafel lagen overal eierschalen, dus dat belooft nogal wat. Later is ons dat buitengewoon tegengevallen.

    Ik zal nu verder kort zijn tot aan vandaag 18 juli. We werden verdeeld en naar onze barak gebracht. Dit was een hele nieuwe. De eerste nacht sliepen we op strozakken op de grond omdat er nog geen kribben gezet waren. Dit gebeurde eerste de volgende dag, kasten waren er nog niet, maar zouden gauw komen. Ze zijn er nu nog niet. De eerste zondag zijn we in Waldau een dorpje hier vlakbij naar de Duitse kerk geweest. We hebben zelfs de klok helpen luiden. De dominee preekte een half uurtje over Lucas 14:15-25, maar een lid van een J.v. (?) zou hem nog verbeterd hebben. Hij bad voor den führer en de weermacht. Verder werd er veel gezongen. Het kerkje biedt plaats aan een 200 à 300 man en er waren 36, zegge 36 personen waarvan nog 19 Hollandse jongens die uit nieuwsgierigheid eens kwamen luisteren. We namen het besluit daar niet meer naar toe te gaan. Dit geeft wel een beeld van het verval van de godsdienst hier, zoals hier alles vervallen is. De huizen, de straten, alles is hier even vuil en smerig. ’s Middags ben ik samen met Arie Vogelaar uit Middelharnis de bergen ingetrokken. Het was erg mooi. Er groeien veel frambozen en braam in het wild. We zijn hier op de kamer met 26 man waarvan 8 Flakkeeenaren, namelijk: Arie Vogelaar uit Middelharnis, Besschier Kievit uit Sommelsdijk, Cees Moerkerke uit Ouddorp, Wim Flohil en Piet Hoek uit Goedereede, Maarten Hagens uit Oude-Tonge. Gijs Verbrugge uit Sommelsdijk en ik zelf. De rest komt uit Rotterdam en Schiedam. Ik heb wel een gezellige kamer getroffen. De jongens kunnen het goed met elkaar vinden. Diezelfde zondag ben ik ’s avonds met Arie Vogelaar en Besschier Kievit naar het lager op de Möncheberg geweest. Daar zitten  jongens die op de fabriek bij Hensschel werken. Er zitten erg veel Flakkeeers oa heb ik gesproken met Louis van Sliedregt, Gerrit Buth, Wily van Kempen en nog meer anderen. Arie Koole, Joas Knops, ook zag ik Gerard de jager daar. Die zit een 20km buiten Kassel bij een particuliere kapper en heeft het niet slecht in de kost, omdat hij zelf zijn bonnen krijgt, verder stop ik nu, hoop dit dagboek nu voortaan iedere dag bij te houden. Het is schitterend weer geweest. Vanavond zijn we in de Biemerstrasse naar kerk geweest met Maarten en enkele andere  jongens. Het viel mee en tegen, volgende week willen we weer gaan.

  • 19 juli 1943

    Op aanraden van Maarten ben ik vanavond naar dhr. Reumer geweest, de Oberlagerführer om te proberen of ik op kantoor kan komen. Piet Kremer is daar vandaag ook naar toegegaan wegens platvoeten. Arie Vogelaar is naar de schilderafdeling, vliegtuigen opsuiten. Dhr. Reumer zei me, dat ik morgenochtend naar dhr. Birle, de directeur der school moet gaan en vragen of deze hem wil bellen. Ik hoop dus nu maar.

    Gisterenmiddag heb ik voor het eerste gekookt. Een pannetje havermout in water. Het duurde wel lang (van half één tot drie uur), maar het smaakte best. Nu zal ik nog even wat naar huis schrijven en dan ga ik naar bed.

    Arie Vogelaar uit Middelharnis

  • 20 juli 1943

    Zojuist zie ik dat ik nu in mijn dagboek precies achterin begonnen ben, maar dat met niet hinderen. mijn pogen op kantoor te komen, zijn tot op heden zonder gevolg gebleven en eerlijk gezegd verwacht ik er ook weinig meer van. Op school ben ik met Gijs Verbrugge aan het klinken. Vanmiddag zijn de nieuwe gekomen. Vanavond zijn we aan het verhuizen geweest. We zitten nu in barak 7, kamer 1. Vanavond heb ik van René de Waal een brief ontvangen.

  • 21 juli 1943

    Vandaag gelukkig weer woensdag, zodat we vanavond weer eens heerlijk gegeten hebben in het Jägerhof. Verder heb ik pap gekookt en het stukje spek dat nog in mijn koffer zat lekker gebakken en opgegeten bij mijn brood, omdat ik toch geen boter meer heb. Nu heb ik geen brood meer voor  morgenochtend, maar dan eet ik maar pap. Het eten in de kantine gaat wel, maar veel te weinig. Het koken duurt van half negen tot half elf.

  • 22 juli 1943

    Weer een lange dag achter de rug. Ik heb nu al twee dagen met Gijs Verbrugge aan de schermen staan klinken. Vanavond ontving ik een brief uit Muünchen. Van Janus van Loon. Die heeft het ook beter. Hij krijgt tenminste 2x per dag aardappelen. Vanavond was het weer feest, omdat we ons brood, boter, jam, worst en kaas kregen. Het brood en de jam waren goed. De boter was niet prima en de kaas als altijd. Mijn brief aan Marie heb ik nog niet af kunnen maken.

  • 23 juli 1943

    Vandaag weer de laatste dag op school. Vanavond hebben we wonder boven wonder aardappelen met peen gehad. Toch had ik nog zo’n honger dat ik met Arie Vogelaar samen nog eens in de stad ben wezen eten. Arie is niet meer op school, maar op Werk II als schilder, meest met de verfspuit.

  • 24 juli 1943

    Het is vandaag een schitterende dag geweest. Gelukkig hebben we slechts tot 1 uur school gehad. Vnamiddag heb ik eerst mijn brief aan Marie afgemaakt. Het eten in de kantine was goed vandaag. Vanmiddag aardappelen met kool en vanavond met ei. Vanavond ben ik met Arie Vogelaar weer in de stad wezen eten.

  • 25 juli 1943

    De eerste rustige zondag hier. Vanmorgen eerst eens heerlijk uitgeslapen en om tien uur opgestaan, verder verschillende brieven geschreven en vanavond weer naar de kerk geweest. Het was nu heel wat beter dan vorige maal. Na kerktijd ben ik naar het lager op Müncheberg geweest waar ik o.a. hoorde dat Teun Duhen ook in Kassel zit, waar is nog niet bekend. Het eten was vanmiddag goed en vanavond de overschot met bindmiddel.

  • 26 juli 1943

    Weer ligt een week voor ons. Wat zal hij brengen? Zullen we aan het eind nop op school zijn? Het is erg helder op het ogenblik. Vannacht om ongeveeer 1 uur hebben we luchtalarm gehad en om 12-1 uur op de dag ook en verder nog 2x vooralarm. We denken dat we vannacht ook nog wel eens wat zullen horen.

  • 27 juli 1943

    Vandaag is ome Jan in Rotterdam jarig!

  • 28 juli 1943

    Woensdag een dag om nooit te vergeten! We zijn op school en om ongeveer half elf wordt er vooralarm geblazen. Kort daarop luchtalarm en moeten we de schuilkelder in. Het komt nu werkelijk tot een luchtaanval. Er wordt hevig geschoten en de schuilkelder wordt gesloten. De lucht er in is erg benauwend. We merken aan het licht dat er bommen vallen, maar omdat we weinig voelen, denken we, dat het ver weg is. Om ongeveer half 12 wordt veilig geblazen. Op de houtafdeling der fabriek is er ook een bom gevallen. Zo dichtbij hadden we het niet verwacht. Als we om half 2 echter in de kantine gaan eten, zien we wel wat anders. Om te beginnen ligt op Wartheland de keuken in elkaar en alles in de omgeving is bezaaid met bommen. De Junkerfabrieken zijn buitengewoon zwaar beschadigd en men vertelt dat ook het lager in Waldau getroffen is. Doordat er eerst eten gebracht moet worden, is het al half drie geweest eer we gegeten hebben. De weg terug naar school is echter afgezet en zouden we een eind om moeten lopen. Daarom mogen we nu al naar huis. Wij als de wind naar Waldau. Wat we daar zagen is bijna niet te beschrijven. De barak waar wij eerst in gelegen hadden lag helemaal in elkaar. Op een der schuilkelders in het lager was ook een bom gevallen, gevolg: 17 doden (Hollanders). Arie Vogelaar die nachtdienst had, was in het lager geweest en had alles meegemaakt. Het was een troosteloze aanblik en de moed zonk ons in de schoenen. Vooral toen onze barak onbewoonbaar verklaard werd en we onze koffers weer moesten pakken. Twee jongens opperden het plan er tussenuit te gaan. Piet Stuit en Herman Frankhuizen. Daar ook wij (Arie en ik) er geen gat in zagen, besloten wij eveneens ons geluk te gaan beproeven, pakten onze koffers in en deden ze op slot. We namen alleen mijn tas met handdoek, brood en een potje met vet mee en gingen op stap. Op het hoofdstation probeerden we een kaartje te krijgen naar Aken om met de trein voor verlofgangers van 10  minuten voor 1 te vertrekken. Zonder papieren konden we geen kaartje krijgen. Hoewel wij nog meer pogingen aanwenden om die avond weg te komen, gelukte ons dat niet. Tenslotte besloten we toch niet naar het lager terug te gaan, maar de volgende morgen ons geluk nog eens te beproeven. We gingen langs het doorgangslager even verder aan de spoordijk slapen.

  • 29 juli 1943

    Donderdag:  Daar het al licht begon te worden, moesten we wel vroeg overeind, gingen naar het Hauptbahnhof en maakten een plan op voor de reis. Eerst zijn we echter nog even naar Maarten van Henny gegaan, zodat deze er wetende van was. We kochten een enkele reis tot Warburg en vertrokken om 11:35 uur met de sneltrein. We waren om ongeveer 13:00 uur in Warburg. Daar kocht ik kaartjes tot Lippstadt, we we om ongeveer half vijf aankwamen. Hier zijn we ook even de stad in geweest, hebben een boterham gegeten,wat vet en een krant gekocht om ons als Duitsers voor te doen. In Lippstadt was ik zo gelukkig twee enkele reizen tot Aken te kunnen kopen. Om 19:03 uur vertrokken we uit Lippstadt. Overstappen in Duisburg en Düsseldorg en kwamen om ongeveer half twee in Aken aan. Het was dus intussen al vrijdag geworden.

  • 30 juli 1943

    Vrijdag: In het stadspark van Aken hebben we vannacht 2 uur geslapen en zijn toen op stap gegaan om te verkennen. Na vee zoeken vonden we de richting van Holland en zijn toen gaan lopen. We kwamen terecht op de weg naar Vaals en gingen daar op een stuk grasland liggen slapen. Om ongeveer half negen maakte Arie me wakker wegens luchtalarm. We moesten nu een schuilkelder in en vonden tenslotte een cafeetje waar we in de kelder gingen. Toen het luchtalarm voorbij was, weer verder tot we opeens door een patrouillerende soldaat aangehouden werden, die onze papieren vraagt. Wij kunnen niets anders laten zien dan ons persoonsbewijs wat ongeldig is. Dus mee naar de douane zo’n 2 kilometer lopen. Dat is precies bij de grens. We werden ondervraagd, waarom we weggelopen waren enz. en tenslotte in een kleine cel gestopt. Daar zaten we ruim een half uur. Toen werden per auto naar het arbeidsbureau gebracht, wat ons weer aan het bahnhof afleverde. We mochten zelf per trein terug naar Kassel waar we ’s nachts om 2 uur aankwamen en in de wachtkamer nog wat hebben zitten slapen.

  • 31 juli 1943

    Zaterdag: Eerst heerlijk wezen slapen aan de endla (?) daar  we al onze papieren van Fieseler weggesmeten hadden (waaronder ook ons etensboekje) hoefden we vandaag niet meer op eten te rekenen. Pakketje hadden we toen nog niet ontvangen. Wij ons gemeld bij Lagerführer Thosor, hoewel we omvielen van de honger, kregen we geen eten van hem, maar moesten we ons bij de Oberlagerführer Romer  op wastheland melden. Hier liep alles met een sisser af, dus waren we  er erg goed afgekomen. We vernamen van de jongens, dat gisteren de tweede aanval was geweest, waarbij Fieseler wel getroffen was. Werk I en II, verder dat ze nu op Werk III (het vliegveld) in een hal sliepen. Ze hadden onze koffers enz. meegnomen. Dus gingen we mee naar het viegveld. Van school uit waren de jongens vandaag aan het puinruimen geweest, zodat ik ’s maandags ingedeeld werd bij de groep voor Werk II. Zo tussendoor overal ook wel ander werk gedaan.

  • 9 augustus 1943

    Maandag: eerst bommentrechters dichtgemaakt werk II, toen hal 52 en tot slot ’t Kammeratschafthaus. Vanmiddag met zes man een wagon leislag gelost van 26 ton, die leeg moest, eerder mochten we niet weg (kans voor te laat eten, enz.), eindelijk mijn paspoort ontvangen.

  • 10 augustus 1943

    Dinsdag: eerste alarm op het vliegveld 4:50-5:05 uur. Laatste dag puinruimen. Morgen tien man melden op school.

  • 11 augustus 1943

    Woensdag: vanmorgen gewoon naar school. Komt tenslotte op kantoor in mijn ketelpak. Eerste beneden in hal 29, doch in het vervolg boven bij de Werkstätten Weberbrücke, bovendien ontvingen ik nog een pakje van thuis, dus reuze-dag!

  • 13 augustus 1943

    Vrijdag: kantoorwerk bevalt me best. Vanmiddag maakte mijn baas een praatje met me over Holland of ik vrijwillig gekomen was. Hoewel partijman en felle jodenhater is hij tegenover iedereen toch heer, ook t.o.v. Ausländer. Daar ik niet erg lekker was, ben ik vroeg naar bed gegaan.

  • 14 augustus 1943

    Zaterdag: afgelopen nacht veel gezeten en flinke koorts. Sanitäter in Waldau zegt: proberen te werken en anders op het werk naar de Sanitäter. Pols 102, temp. 38 graden. Naar Lager Wartheland, waar ik na 1 uur wachten eindelijk in de zogenaamde Krankenstübe opgenomen werd. Beschier ging mijn dekens enz. halen op het vliegveld, zodat ik tegen de avond meer dood dan levend kon gaan rusten. Ik kreeg ook last van diarree, temp 39 graden, pols 102.

  • 15 augustus 1943

    Zondag: vandaag wordt Riet 20 jaar. Koorts iets minder doch veel naar wc. Bezoek van Maarten, die twee lekkere koeken meebracht. Het eten ’s middags: doperwtjes, vlees en aardappels gegeten, doch soep vanavond laten staan.

  • 16 augustus 1943

    Maandag: koorts gezakt en niet meer zoveel naar de wc, doch niets gegeten.

  • 17 augustus 1943

    Dinsdag: vanmorgen is de dokter geweest en zal ik donderdag of vrijdag wel moeten werken.

  • 18 augustus 1943

    Woensdag: morgen moet ik weer aan de slag. Vanmorgen in Bettenhause mijn haar laten knippen en wassen en direct na de middag naar het vliegveld gegaan. Vanavond naar de stad geweest en een pakje op het station bezorgd. 1 Uur luchtalarm gehad.

  • 31 augustus 1943

    Dinsdag: hedenavond Koninginnedag gevoerd op originele wijze: optocht tussen de kribben in de vlieghal; voorop het vaandel (stok met jutezak), dan de trompetter, vervolgens Van Dien die met twee deksels tamboer speelde en tot slot een hele rij jongens, die elkander met twee handen in de rug vasthielden om niet te vallen over de rommel die er tussen de kribben lag. De Fransen die ons het volkslied en verschillende vaderlandse liederen hoorden zingen applaudisseerden, terwijl de militaire wachtposten binnen kwamen en hartelijk lachten. Om half elf maakten zij er een eind aan en moesten we in bed. Toen we goed en wel een uur lagen kwamen de Tommies het overvieren. Alarm! Soldaten: snel, snel! Buiten wordt reeds hevig geschoten en brand het. Aanval Kassel! Als de wind in de schietbunker. Schieten wordt heviger. ook het afweergeschut bij Werk II komt in werking en op Werk III blaffen enkele mitrailleurs. Ruim een uur duurt het. Waren enkel overvliegers. Schieten zonder zoeklicht.

    Tijdens vliegveldperiode ook nog 1x extra suiker, boter en jam gehad op zondagmorgen. Na ongeveer zes weken op zaterdagmiddag weer terug naar lager Waldau. Hebben geluk, koffers etc. met de auto. In Waldau eerst wachten in kantine. Fransen vertrekken naar Lager Lichten. Zijn vier lege barakken. Twee nieuwe en twee waar Fransen zojuist uitgegaan. We worden in de laatste gestopt. Is zo smerig en vuil van binnen: gooien direct alle bedden eruit (Verbrugge en Deutekom spartelden tegen) vegen de vloer en besluiten zondagmorgen hele kamer te boenen. Slapen die nacht op planken. Ongeveer oude kamer bij elkaar. Mij tot kameroudste gekozen. Zondag ongeveer zes uur opgestaan, pudding gekookt en dan met alle mannen de kamer gedaan en de kasten uitgeschuurd. ’s Maandags Lagerführer opspelen tegen Nachtschicht: waarom alle bedden eruit gegooid? Voor dinsdag rommel wegruimen, krijgen geen andere bedden, echt niets! Of hij tussen vlooien slapen wilde. Op deze kamer werd mij nog een stuk worst ontstolen. Zo 14 dagen op planken geslapen. Wel goed geslapen, maar ’s morgens stijf en bed hard, dus dan wakker dan vlug opstaan. Na deze 14 dagen eindelijk een nieuwe barak. Hier worden de jonges volgens controlenummer op de kamers gelegd, zodat ik nu heel andere kamergenoten kreeg: Piet Alblas, Janus de Brabander, Jaap Wolters, Arie Zevenbergen, Freek Smits, Klaas Tanis, Cor Akenbont, Arie van Bruggen, Cor van Dien, Leen Ruijgrok, Piet van Berkel, Aat van Asperen, Rien Both, Aat Deutekom, ikzelf, Jan Boutkan, Jo Breukhoven, laatste twee kwamen uit de gevangenis (ontvluchting). Eerst leek het of het geen gezellige kamer kon worden, daar erbij waren die helemaal niet met ons gereisd hadden en ons helemaal vreemd waren. Dit viel reuze mee en het is de gezelligste kamer geworden, die ik gekend heb. Natuurlijk waren er ook enkele onkameraadschappelijke bij. Ikzelf was de kameroudste en Freek Smits plaatsvervangend.

  • 3 oktober1943

    Zondag: ’s Avonds was onze eerste luchtaanval bij nacht. Was op bezoek geweest in Henschel lager Möncheberg en net terug, ALARM. In bunkertje en kort daarop vielen de eerste bommen al. Niet heel ver uit de buurt. Aanval speciaal gericht op Bettenhausen. Werk I zwaar getroffen. Giessen kwam zeggen: moesten naar Werk I om te helpen blussen. Aangekleed, geroosterd brood rondgedeeld en op pad. Onderweg kwamen we reeds andere jongens terug, verderop werd niemand doorgelaten. Wij ook weer terug. Waren met de hele kamer bij elkaar gebleven. Werd de eerstvolgende tijd onder geleide van gewapende soldaten naar Werk I gebracht. Toen gebeurde het! ’s Zaterdagavonds 16 oktober 1943 wordt mij verteld dat Beschier Kieviet overleden is om 17:06 uur. Keek hier zeer van op! Wist niet eens dat hij ziek was, daar hij op een andere kamer lag. Vrijdagmiddag voelde hij zich niet in orde. Naar Sanitäter gegaan naar het Lager gestuurd. In bed ’s avonds veel koorts. Tanis zegt difterie, direct naar de de Krankenstübe. Kameraden brengen hem in rieten draagmand, er hing verschrikkelijke mist. In Krankenstübe willen ze hem niet opnemen. Niet ziek genoeg. Jongens weigeren hem mee terug te nemen. Dreigen met ‘einsperren’, vinden de jongens goed, dan toch opgenomen. Volgende zaterdagmiddag om ongeveer 13:00 uur à 13:30 ging Arnold Dorpmans bij hem kijken, was toen zwaar ziek. Moeilijk spreken, Mocht niet vlak bij hem.Kort daarna weggebracht naar ziekenhuis waar hij dan om 17 uur overleed. Ging die zaterdagavond  met Gijs Verbrugge naar van Giesen om nadere bijzonderheden. Wilde mijn vriend in ieder geval nog zien, lag waarschijnlijk in Marienziekenhuis. Zondagmorgen met Arie Vogelaar om ongeveer 9 uur op stap. Eerst Marienziekenhuis. Ja, was zaterdagmiddag wel een auto met zwaar zieke geweest, doch difterie, dan waarschijnlijk hulp-Krankenhaus zo en zie. Wij weer daarheen en jawel, doch we konden hem niet zien. Toen maar weer terug naar het Lager waar we om 15:00 uur aankwamen. De begrafenis vond plaats donderdag 21 oktober ’s middags. Had er vrij voor van mijn baas. Eerst korte dienst in kapel van het Friedhof. Begrafenis werd geleid door onze Duitse dominee, die ook eenmaal een kerkdienst in het Hollands voor ons hield op het Karlsplatz. Giesen had zijn ouders verwittigd. Op graf, dominee nog kort even gesproken en ik bedankt. Toch kwam, na dit opwindende en teneerdrukkende vrijdag de 22ste oktober om ongeveer 9 uur alarm! Het bleef een hele poos stil, toen riep er een: Vliegtuigen! Wij naar buiten en jawel hoor, er cirkelde een vliegtuig. De zoeklichten floepten aan en de Flak begon te schieten. Wij het bunkertje in. Het begon zwaar te gonzen. Lichtfakkels werden uitgeworpen en daarna floten de bommen. In Lager twee blindgangers (fosforbommen). Een brandbom in barak door jongens zelf geblust veel brandbommen in en rond het lager. Heeft circa anderhalf uur geduurd. Was een hel. Toen uit de bunker. Stad één vlammenzee. Volgende dag (zaterdag) wezen kijken, grootste verwoesting. Stad helemaal weg, fabriek niet getroffen. Veel doden. Sint Nicolaasstemming door pakjes van thuis. Dan Kerstmis. Docht ook in Lager donkere dagen voor kerstmis. Na aanval 22 oktober geen licht, een water, eten 2x per dag ‘Pelkartoffeln’ met mosterdsaus. Verschijnen van Jakobs en Hoogland ten tonele. Eerste vergadering mislukt, te weinig belangstelling. Op tweede vergadering (zaterdagmiddag) hekelt Jakobs eerste de stemming in het Lager en roept tenslotte tien electriciens op, die zondag vrij waren, om vrijwillig het licht te repareren. Zaterdagavond brandde in alle barakken het licht. Hoogland zorgde voor verbetering van het eten. De volgende dag werd een aanvang gemaakt met de verbetering der wegen en paden ook door vrijwilligers. Wasbarak werd gerepareerd, zodat er ook weer water was. Zodoende betere stemming in lager. Vrijdag 24 december slechts tot 13:00 uur werken. Jo Breukhoven, Cor Arkenbout en ik naar de Spinnfaser Lager bij Eichwald dennengroen en glaswol halen. In die tussentijd maken de anderen de kamer schoon, zoals afgesproken. Dan direct versieren. Aat Deutekom had letters uitgesneden, ik rood gemaakt: Vrolijk kerstfeest. Licht ook rood en opgespaarde kaarsen op tafel. Opgebleven tot ongeveer 1 uur. Zaterdag eerste kerstdag 10 uur gezamenlijk koffie drinken in kantine. Krukjes meenemen. Koffie met suiker, aansluitend middageten, pudding na. Bediening ook aan tafel. Alles prima. ’s Middags gezellige pianomuziek. Na avondeten toneel enz. tot ongeveer 11 uur. Op kamer nog opgebleven tot 3 uur. Volgende zondag tweede kerstdag heerlijk uitgeslapen en rust gehouden. Om deze twee feestdagen vrij te hebben, hadden we de voorafgaande zondag vol moeten werken, als werkdag voor die vrije zaterdag, eerste kerstdag of boter. We moesten zondag 12 december en zondag 19 december vol werken om eerste kerstdag en nieuwjaarsdag vrij te hebben. Oudejaarsdag gewoon tot 6 uur moeten werken en nieuwjaarsdag moest mijn hal ook weer vol werken. Hoewel we die dag vrij hadden moeten hebben. Oudejaarsavond gezellige avond in de kantine: muziek, zang, toneel, enz. Zo gingen we het jaar 1944 in.

  • 1 januari1944

    Zaterdag, 4 uur naar bed gegaan. Alvast 7 uur weer beginnen op farbiek. Kwam er pas half 8. Toen was er bijna nog niemand. Ongeveer 8 uur à 8:30 uur kwam er niemand meer. Veel blauwmakers: van Betriebsleitung of Werkstättenleitung niemand aanwezig, dus ook mijn chef niet of de assistent. Na voor regeling van eten gezorgd en gegeten te hebben, nam ik ook de benen, zodat ik nog een vrije middag had.

  • 3 janauri 1944

    Maandag, 20ste verjaardag. Om 4 uur reeds luchtalarm door Freek Sonits. Met ingang van 15 janauri nog slechts 2 brieven per maand naar buitenland. Post in Lager neemt aan tot 1 februari.

  • 1 februari 1944

    Dinsdag, Van Loenen terug van verlof, heeft pakje van thuis bij zich en foto van Piet. Vader zaterdags bij hem thuis geweest. Van Loenen had thuis brief gestuurd.

  • 10 april 1944

    Eerste Paasdag, voorafgaand op zaterdag verhuisd van Waldan naar LOhfelden. Komen daar in stenen barakken, lijken erg ongezellig, doch vallen naderhand mee.

  • 19 april 1944

    Woensdag, lange tijd rustig. Dan alarm. In bunker alles sluiten! Bunker schudt, komen lichtgewonden binnen, Russische krijgsgevangenen. Zaten in staalkelder, voltreffer: ongeveer 100 doden. Berging duurde 3 dagen. Hal 29 treffer bij gloeibad, hal 18 zwaar getroffen. Werk I zo goed als weg, garage hal 24 kapot. Naar schatting 60-70 bomtrechters in Werk I ongeacht wat er buiten gevallen is. Spinnfassen ook zwaar getroffen. Keuken Wartheland kapot; Lofelder kan nog niet koken. Eten van de NSU toenemende luchtactiviteit had reeds tot gevolg verplaatsing der oorlogsindustrie naar kleinere steden en dorpen, zo verspreid mogelijk. Bij Fiessler ook reeds mee begonnen, doch na deze laatste aanval met meer spoed. Na vertrek der andere afdelingen en ook van de bedrijfsleider komt onze afdeling aan de beurt. Heb daar op kantoor eerst nog gezellige tijd met Fiege, Vogt en Lorenz. Veel bier en limonade te drinken. Eerste Jan Roosendaal in moeten werken, dan Cor Dekker. ’t Grootste deel der afdelingen reeds weg. Eindelijk op zondag ik ook weg met 3 wieler Lössel. Kwam in M. boven te zitten. Vroegere modelkamer, kreeg als hulp Appel. Enkele dagen heen en weer gereisd: Lohfelden – Hörschel. ’s Morgens 4:30 opstaan, 5:45 trein vanaf Battenhausen. ’s Avonds 8:30 – 9 uur weer  in het Lager. Met Uberbruck gepraat om hier in het voormalig Flaklager te komen, wat eens van Fieseler was. Croll wordt Lagerführer. Begin september verhuizen Jan Leeger, Rien Goossen, Jan Roosendaal, Aat Deutekom en ik nar Flaklager. Op klein hoekkamertje voor 6 man. Piet Hoek wordt later nr. 6. Leeger helpen bij Crolle met kalte Oespfleging. Eten ’s avonds ongeveer 8 uur à 8:30 uur. Kolen meesmokkelen van fabriek onder de dekmantle: ‘voor Lagerführer’. In dat opzicht eigenaardige toestanden. Fabriekwacht laat veel doorgaan. ‘Ausländer’ wordt steeds brutaler. Op 31 augustus Koninginnedag ditmaal niet gevierd. Invasie thans zover gevorderd dat op dinsdag 19 september voor het eerst in de Duitse krant staat: Harde gevechten in Midden-Holland. Hoop herleeft dat ze thuis spoedig bevrijd zullen zijn. Loopt echter op niets uit. Luchtlandingstroepen bij Arnhem kunnen geen doorbraak naar het zuiden forceren en worden verslagen. Arbeidslust mindert. Praten over niets anders dan de oorlog. Duitsers oorlogsmoe. 19 September verhuizing met kantoor naar Ferminstelle bij regel.

  • 22 september 1944

    Aansluitend de middagpauze alarm, om 14:15 uur. Ging met Lüftogt linksaf naar wilgenboompjes. Horen vliegtuigen recht boven bomen. Haasten ons bos in. Beginnen te schieten. Scherven eerst tegen boom met ton op mijn hoofd. Mindert wat. Dan springend van boom tot boom. Scheren dan straat over. Bij greppel stapel palen. Trekken er een partij af en zetten deze schuin over greppel. Tegen stapel kruipen we onder. Iemand denkt aanval op Kassel, tot sterke rookontwikkeling en voorbij snorrende brandweerauto’s daarop wijzen. Komen roepen, sirenes gaan niet, geen stroom. Treinen niet verder dan Mönchehof nummer 45. Weer terug op fabriek, 17:30 uur alles naar huis, te voet naar Kassel of Hohfelden. Ben nu dubbel blij hier in Lager. Hout halen, hakken en een havermout gekookt waar we tot en met zaterdagavond van aten. Lager Lohfeler niet getroffen. Wel: Werk I, Junkers, Spinnfasse, Henschel, Holl, Platz en Mittelfeld. Met eten aanvoer tobben die zaterdag. Treinverbinding Bettenhausen zondag hersteld, is echter niemand van Lohfelder. Zien die week bijna geen krant, noch post, want het schijnt dat Kassel nu pas goed aan de beurt is. Woensdagmorgen kwamen ze al weer, kort slechts. ’s Nachts nogmaals, ook kort en donderdagmorgen zware aanval 3×24 nu. Was steeds in de Flakstelling en kon donderdagmorgen mooi alles waarnemen. Vrijdag voor het eerst frontgeschut te horen, stil weer. Bij laatste aanval van donderdag pamfletten uitgestrooid, dat op zondag 1 oktober Kassel voor de rest met de grond gelijk gemaakt zal worden. Waarschuwt allen de stad te ontruimen. Is nu frontstad. Aanvallen voornamelijk gemunt op stations en spoorlijnen. K.N. moet die zaterdag langer werken. Heeft niet veel puf om naar de stad te gaan en blijft bij ons. Aardappelen gebakken. Zondag slecht weer. Half zeven opgestaan, was gekookt, erwten en aardappelen. Verder aardappelen gebakken, A.v.D. pannekoeken. Zo verliep 1 oktober rustig.

  • 2 oktober 1944

    Om 10:30 alarm. Ongeveer 11 uur kwamen ze. Konden ze eerst goed zien aankomen. Zware aanval achter Hohenkirchen, ook een hele serie bommen en brandbommem. Opeens groot lawaai in de lucht. Denken bommen. Duiken weg. Komt niets, doch lawaai houdt aan. Zien plotseling uit de wolken groot vliegtuig als een draaikolk naar beneden komen. Op ongeveer 150 à 200 meter kwam het neer. Grote, zwarte rookkolom. Dachten reeds barak ook eraan. Even rustig. J.L. loert over borstwering, barak oke. Net terug in bunkertje, dan ontploffen bommen en munitie. Geweldige klap en reusachtige vuurzee. J.L. direct erheen. Na afloop aanval ben ik ook gaan kijken. Vlak naast de barak lag een machinegeweer. Wat verder in het land nog één (dubbelloops), niet dicht ernaast een der moteren. Gebouwd uit prima materiaal. Nog wat verder lagen de resten van het vliegtuig die nog aardig brandden. Gevaarlijk erbij te komen, daar af en toe nog munitie ontplofte. Ongeveer 50 meter van het toestel lagen de overblijfselen van wat eens een mens was, nl. een Amerikaan naar schatting 26 jaar. Lag op zijn rug, rechterhand naar boven naast schouder. Linkerhand verbrijzeld, linkerbeen boven knie afgerukt, rechterbeen hing er nog wat aan. Ogen gebroken. Verder lagen overal in de omtrek vliegtuigonderdelen en nog enkele leden der bemanning. Hoorde later de jongens nog wezen kijken. Geheel uitgebrand, verkoolde lijken en nog een van de piloot. Hield nog het stuurrad, de mitraillist zat nog achter de mittraileur en nog één vermodelijke marconist had een koptelefoon. In fabrike geen stroom. Vermoedelijk geen brood, dus pap gekookt. Later kwam brood ook nog, behalve witte brood.

  • 4 oktober 1944

    Nog geen postverbinding, afgelopen nacht gewerkt voor K.N. Alarm! Er hingen reeds zogenaamde kerstbomen boven de stad en er werd geschoten, dus haast je, rep je naar de Flakstelling. Het was pas 11 uur. Na ongeveer een kwartier alles voorbij. Konden niet vaststellen of er nog bommen gevallen zijn.

  • 5 oktober 1944

    Op fabriek sigaretten verdeeld voor Duitsers, winkeldragers en Ausl. Gruppef. Gisterenavond van zak met gries heerlijke pudding gekookt. Eten kwam pas om half 10. Op station hier worden pantserwagens opgeladen voor het front, daar alles kapot is.

  • 7 oktober 1944

    Korte aanval, lang alarm.

  • 14 oktober 1944

    Van woensdag t/m vandaag Sondesation tot 10 uur.

  • 15 oktober 1944

    Afgelopen nacht erg onrustig, ongeveer half 2 alarm, doch hadden al wel een kwarier gevlogen. Tijdens alarm rustig. Duurt ongeveer een uur. Na vooralarm begonnen ze weer druk te vliegen, waren in Berlijn geweest. Vanmorgen half 9 opnieuw alarm, vooralarm. Kwartier later weer alarm. Was toen half 12. Eten kwam daardoor eerst om 2 uur, was goed. Stampot met uien en pudding toe. Komische avond. J.L en R.G. hadden cappucijners gekookt. Wilden ze juiste gaan verdelen, boem, boem, boem en nog eens boem, boem. Direct jassen aan en lichten uit en naar de Flakstelling. Intussen blies alles vol alarm. Op het vliegveld echter begonnen alle lichten te branden en stegen toestellen op. Na een poosje vooralarm in het NW zwaar schieten, dus later weer een bonzen en dreunen. Toen alarm. In NW van begin alarm sterk seinlicht: -….– Ongeveer een half uur later weer vooralarm. Er werd gevlogen op het vliegveld en met lichtkogels geschoten. Drie zoeklichten gaven de plaats aan waar het vliegveld zich bevond. Seinlicht werkte ook nog in NW. Langzamerhand alles weer rustig. Gekleed naar bed gegaan. Na een poosje eindelijk veilig.

  • 17 oktober 1944

    Bij alarm boven vanaf bos naar nieuwe Lager gelopen. Ontmoet hier W.v.K. die in Lager Henschel ligt. Was alles verloren en bezat niets meer dan regenjas, boven -en onderbroek, sjaal, colbertjasje en alpino muts.Hoogste verdieping school uitgebrand. ’s Avonds weer tot 10 uur gewerkt.

  • 18 oktober 1944

    Om 10 uur speertoelage net op de farbiek: Alarm!!! Het was bar laat, want de vliegtuigen zoemen reeds. Benen gemaakt. Aan de andere kant van het dorp gekomen vielen de bommen reeds. Dekking gezocht achter een huis en zagen ze vandaar op het vliegveld ontploffen. Intussen schoot de andere kant op veel Flak. Doch ook daar vielen er naar beneden en de Flak zweeg grotendeels. Toen verder naar het bos. De bommenwerpers waren niet te zien vanwege de wolken, doch des te beter zag men de jagers, die nog een hele poos bleven draaien. Door het NW vlogen veel formaties terug die hier niet geweest waren. Prachtig gezicht, blinkende in de zon. Om 1 uur was ik weer terug op de fabriek. 2 uur ging de jubelhoorn weer en allen maakten direct de benen. Noch al gevolg van het late alarm geven van ’s morgens. Net aan de andere kant van het dorp gekomen met 2 Duitsers samen, suisden er enkele jagers over ons heen. De ene meende dat het Duitse waren, doch de andere zei: Neen, die hebben niet zo’n tempo. Nauwelijks had hij het gezegd of boem-boem. De toestellen scheerden in duikvlucht over de spoorrail tussen N en O. Wij benen maken naar het bos. Doch onderweg ging het nog iets harder boem-boem, wat kennelijk bommen waren. Boven bij het bos aangekomen zagen we een grote stofwolk tussen de twee fabrieksschoorstenen. Van J. Labee hoorden we dat de farbiek door ook van TF een voltreffer had gehad. Geen doden. Om half 5 weer veilig. Middageten om half 6.

  • 21 oktober 1944

    Vandaag verhuisd. Feitelijk moest het morgen pas, doch wij hebben het voor elkaar gekregen, dat we vandaag kunnen. Om 2 uur ben ik dus van de fabriek gegaan, maar Jan L. en Rien G. die om 12 uur reeds weggegaan waren, hadden nog geen wagen. Van het station konden zij er geen krijgen. Toen G. op de fiets naar de fabriek, waar hij met moeite eindelijk de wagen van de vuurfirma kon krijgen. Samen met hem zou ik die gaan halen. Dichtbij de fabriek gekomen: alarm! G. durfde niet verder, duurde tot ongeveer 4 uur. Toen wagen gehaald, geladen en op pad. Was erg zwaar en hoog geladen. Halverwege Lager en station konden we bij de tractor aanhaken. Dat ging prima tot aan de andere kant van het dorp. Toen weer duwen. Plots duikt uit het schemerdonker voor ons een vrachtauto op. Die met flinke snelheid nadert. Ongelukkigerwijze stond onze wagen haaks op de weg en door de zwaarte konden we ons niet gauw genoeg weer recht krijgen. Ik sprong opzij, de auto passeert aan de verkeerde kant en neemte de laatste kast en koffers mee. Kast aan splinters, alles over de weg, doch koffers gelukkig allen heel. Stoffelijke overschotten der kast aan de kant gesmeten, alles weer opgeladen en verder. Tot bij het Lager. Dan gaan L. en ik eerst op verkenning uit en vinden een lege kamer in de barak voor de Hollanders. Na enkele moeite lukt het ons de wagen in het Lager te duwen en af te laden. Vervolgens werd op de kamer de zaak in elkaar gezet. J.L. en G.H. hadden hun kast achter moeten laten. Tgerwijl die van A.v.D. en J.R. door de botsing foetsie was. De kachel kon nog niet branden, terwijl het bar koud was, zodoende heb ik die nacht slecht geslapen.

  • 22 oktober 1944

    Vanmorgen reeds velen weggebleven voor verhuizing. Alarm van half 2 tot half 4 en daar er toen bijna niemand meer terugkwam werd de zaak half 5 gesloten.

  • 23 oktober 1944

    Nadja, mijn wasvrouw zwaar ziek, 39,5 koorts. Om half 6 weggegaan van fabriek. Sanitäter heeft niets. Avond erg onrustig: 7 uur dorpsalarm, stad vooralarm. Uitreiking brood ging verder. Beginnen in de verte te schieten. Blazen eerst alarm, dan vooralarm en alarm, alles door elkaar. Preceis hutspot. Niet ver weg vallen bommen. Duurt tot 9 uur. Zijn waarschijnlijk in Vasburg/Felsberg.

  • 24 oktober 1944

    Half 2 alarm! Ben midden in dorp vlakbij de kerk en daar komen ze de zogenaamde Tiefflieger. Zoek dekking onder haag bij kerk. Dan verder gehold en tenslotte in de schuur gevlucht. De lichte 1-motorige jagers scheerden over de toppen der bomen en het machinegeweervuur was niet van de lucht. Ze schoten steeds in de richting van het bedrijf en de spoorlijn. Toen het rustig was doorgelopen naar het Lager. Nadja gezien en gesproken, doch die heeft een gezonde meisjesziekte, dat zag ik wel. Teruggekomen bij fabriek stond er even voorbij het station een trein, de locomotief doorzeeft van kogels. 1 Dode en 2 licht gewonden. J.R. had in de tichting Kassel onder het spoorviaduct gezeten, waarop een personen -en goederentrein aangevallen werden. Had warm gezeten. Goederentrein vloog in de brand. Nog 3 bommen geworpen, doch mis. Beide locomotieven kapot. Verder in de omgeving van de stand zijn nog meer treinen beschoten.

  • 26 oktober 1944

    Wegens koude in kantoor verhuisd naar ander deel van de fabriek. Uit brieven van thuis vernomen dat tram niet meer rijdt, boot vaart ’s nachts 1 keer, wemelt van vliegtuigen en ramen dreunen van het geschut. K.T. ook brief van thuis. Schrijven dat één van A.M./K.M. zijn vader op een landmijn gelopen en daardoor 1 been kwijt is. Brief Kees laten lezen. Deze weet nu wel wat, maar niet wie. Gisterenmiddag klonk geroep: alarm! Een fabriekshal liep reeds leeg. Van sirenes was echter niets te horen en ook op het station was alles veilig. In het Werk ging het er echter warm aan toe. Er is bepaald dat er naast alarm ook acuut luchtalarm gegeven zal worden, eerst dan wanneer de vijandelijke toestellen tot de aanval overgaan. Bestaat uit 2 korte stoten op de sirene. Eerst dan mag men in de schuilkelders. Gisterenmorgen aanval op Muster. Acuut luchtgevaar. Stonden 4 treinen op station en tijdens aanval liepen er nog 2 binnen. Mensen konden schuilkelder niet tijdig bereiken. Allen op station reeds 3.000 doden.

  • 29 oktober 1944

    Gisterenavond met L. en R. via D. langs spoorlijn naar O. getippeld, waar we met de trein konden halen, zodat we voor half 9 reeds bij L. thuis waren. Daar wachtte een pan gebakken aardappelen en erwtensoep. Na nog een poos gepraat en wat broodjes verorberd te hebben stappen we in bed! Alles bleef rustig en heerlijk geslapen tot 8 uur. Lopend ontbeten, want we wilden om 10 uur naar de kerk. Vooralarm 8:30-9:30 uur. 10 Uur naar de kerk. Goed en wel in de kerk: vooralarm. Dienst 20 minuten afgebroken. L.’s vroegere kamergenoot intussen ook gekomen. Gaat naar kapper en zal koek meebrengen. Uit de kerk: weer vooralarm. Met zijn 3’en in Wirtschaft gegeten. Intussen weer veilig. Gaan naar Herkules. Onderweg weer vooralarm. Zien nog 3 vliegtuigen waarop geschiten wordt en eten heerlijke koffie met koek. Thuis kachel aangemaakt. Heerlijk bruine bonensoep gegeten en pudding met gelei, zelf custardvla gekookt en nog koekjes gebakken. Fijne dag gehad. Rustig.

  • 2 november 1944

    Was maandag om half 9 weer op fabriek. Na nog eens een rustige nacht gehad te hebben in een gewoon bed. Maandagavond, dinsdagavond hele avond in het donker wegens vooralarm. Woensdagavond ook. Dinsdag was terug gehad van N. Prima gewassen en gerepareerd. Het front is hier de laatste tijd ’s avonds en ’s nachts goed te horen.

  • 6 december 1944

    Maandag jongstleden weer en dag aanval gehad op Kassel. Heel geen Sinterklaas stemming. Nog steeds geen water. Niets te stoken. Hele avonden in het donker wegens vooralarm. Eten bar slecht.

  • 15 december 1944

    Per trein naar Kassel, wegens huiduitslag moet ik naar de dokter. Komt vooralarm, dan alarm. Met nog 3 man op ons gemakt naar de bunker. Werk I alles reeds er in. Wij blijven buiten hek fabrike wachten. Zware laaghangende bewolking. Begint te brommen. Zien op Aulöhe de eerste bommen vallen. Rennen naar bunker. Horen onderweg een lading bommen fluiten, zoeken dekking. Werp me langs rand bomtrechter en zie voor me als in halve cirkel in B. een hele serie bommen ontploffen. Spring dan direct op en ren verder. Hoor onderweg weer een lading naar beneden komen. Doch geef nog even gas en bereik de schuilingang aan de achterzijde van de bunker. Mijn hart klopt in mijn keel. Werd na flink bonzen op deur direct binnen gelaten. Aanval duurde ongeveer een half uur. Toen Vorentwarnung en zou er eerst gegeten worden. Opnieuw alarm! Na ongeveer een kwartier weer Vorentwarnung. Eerst gegeten en toen te voet de terugreis aanvaard daar de treinen niet konden rijden. Het was al donker toen ik eindelijk vlakbij Oberz met een auto mee kon rijden. Twee Fransen, ook uit ons Lager, hadden zich intussen bij mij gevoegd en van hen kreeg ik nog een boterham. Zo kwam ik ongeveer 8 uur in het Lager aan, waar de jongens nog in de rij stonden voor het middageten. Hier hoorde ik dat het daar in de omgeving nogal gespookt had. Het dorpje Heikarth met de grond gelijk gemaakt en daar waren nogal enkele doden.

  • 26 december 1944

    Kerstmis. Groot verschil met vorig jaar. Toen gevierd met volop eten. Nu zwart zaad. Zaterdag 23 december tot half 11 gewerkt. Zondag 24 december vrij terwijl farbiek moest werken tot 1 uur. Met C.D. samen om 1 uur naar kerk in Hohenkirchen geweest. Zelfde dominee preekte Eerste Kerstdag 1 uur in U. Biedt zelfs het orgel aan als wij nog kerstliederen willen zingen. Kan echter niemand spelen. Het eten die beiden dagen gaat. In plaats van ons witbrood krijgen wij nu een zogenaamd Weihnachtstol. Maandag 25 december Eerste Kerstdag ook vrij. Dinsdag 26 december Tweede Kerstdag wordt vol gewerkt van 7 tot 7. Help die dagen samen met J.L. bij het eten uitgeven. Controleer de bonnen en haal er o.a. op dinsdagavond 40 valse uit. Volgens A.v.D. wordt in E. op het bedrijf ook kerstmis gevierd. Hier is alles echter doods. Alleen de kamers in het Lager zijn versierd met wat dennengroen uit het bos vlakbij. Hiervoor is veel meer werk gemaakt dan vorig jaar. Op elke kamer is tenminsten 1 denneboom.

  • 30 december 1944

    Teneinde het jaar waardige te besluiten, bracht de luchtmacht hedenmiddag een bezoek aan K. Gevolg hiervan onze Sper-toelage die dankzij het lakse optreden van R. nog in Lohfelder lag, wordt in beslag genomen voor de zwaar getroffen bevolking van B. Op ons protest wordt geantwoord dat we volgende week nu 2 krijgen.

  • 31 december 1944

    Oudejaarsdag. Gewerkt tot 5 uur. Morgen is het feitelijk de dag van de Kaltverpflegung. Deze wordt echter vandaag reeds gehaald en zal dan na het avondeten uitgegeven worden. Avondeten komt erg laat en zullen nu morgen pas uitgeven. Hiertegen komt hele Lager in verzet, want niemand heeft nog iets te eten en de soep is water. Dus zouden we met lege maag Oud en Nieuw moeten vieren. Na veel gezanik voor elkaar: Toch uitgegeven. Hierbij moeten L. H. Schr. D. en ik dan helpen. Ontzaggelijk veel moeite, daar gelijktijdig soep uitgegeven wordt en deur en portaal veel te klein zijn. Om 11 uur zijn we weer op de kamer. Nog wat gepraat en een boterham gegeten, tot een flink lawaai buiten ons verkondigde dat het jaar 1945 begonnen was.

  • 1 januari 1945

    Jassen aan en op alle kamers der Hollanders Nieuwjaar wezen wensen. Franse komen op onze kamers. Dan naar buiten en lied gezongen van: Marseilaise, Ouwe taaie en Madeleine. Om 11 uur opgestaan. 9 uur reeds vooralarm. Heldere lucht, zonnig vriezend weer. Ongeveer half 1 alarm, stonden op het punt naar de kerk te gaan. Zeer zware aanval op Kassel. Terwijl er daar reeds vooralarm was. Aanval duurt tot 2 uur. Vliegtuigen van alle richtingen gemeld: terugvliegers. In die tussentijd heerlijke aardappels gebakken met uitjes. ’s Middags en ’s avonds zeer slechte stemming op de kamer. Zijn van plan naar Wilhelmsthal te gaan. Blijven zolang treuzelen dat het te laat wordt. Kan het niet uithouden op kamer en ga alleen een rondje doen. Verder nog alarm om 16:00 en 19:30 uur.

  • 2 januari 1945

    Weer aan het werk, van niemand iets gehad van koek ofzo. Beekhuis voet verstuikt.

  • 3 januari 1945

    Meerderjarig in den vreemde! Door verschillende attenties van de jongens toch geen onplezierige dag. Van A.vD. kreeg ik een Amerikaanse sigaar en een bon voor Speer. Van H.K. ook een Amerikaanse sigaar. Van dhr. Brahm een stropdas, 4 sigaretten en wat koekjes. Van Hildeg Müller 2 boterhammen met worst. J.L. had een aardig kaartje gemaakt met de handtekeningen van allemaal. Door H.B. met zijn verstuikte voet moet blijven liggen, neem ik elke dag zijn eten mee….

  • Einde dagboek

    Hier houden de aantekeningen in het dagboek van onze Han op. Het is erg jammer, dat juist van de laatste maanden van zijn verblijf in Duitsland zo weinig bekend is. De reden daarvan zijn waarschijnlijk het toenemen van de moeilijkheden en zorgen die vooral de laatste maanden steeds meer de overhand kregen. Van kamergenoten hebben we gehoord dat Han ongeveer eind maart ziek geworden is en met longtuberculose in het ziekenhuis van Immenhausen opgenomen is. Vandaar is hij naar een ziekenhuis in Maastricht gebracht. Daar is vader Bechtum hem met de ziekenauto uit Dirksland wezen halen. Op 7 juli 1945 is Han dus ziek thuis gekomen na een tweejarig verblijf in Duitsland. Hij is toen niet meer van zijn bed geweest. Op 17 oktober heeft hij een ernstige longbloeding gehad. Dat bleek door bloedspuwing. Daardoor is hij ernstig verzwakt en zieker geworden. Enkele maanden later op 8 februari 1946 is Han ’s avonds om ongeveer 10 uur overleden op de leeftijd van ruim 22 jaar. Ps 68:11.

    Op 12 februari is hij onder grote belangstelling van familie, vrienden en bekenden begraven. De begrafenis werd geleid door de weleerwaarde heer ds. J.B. Bel. Op het graf werd ook nog gesproken door zijn chef dhr. J.H. Koppelaar over Jesaja 55:8.