Geertrui de Wit, geboren op 7 augustus 1938 en overleden op  31 maart 1945

Jacobus Catharinus de Wit en Lijntje Cornelia van Nieuwaal en hun 2 kinderen (waaronder Geertrui) moesten in februari 1944 met vijf andere gezinnen evacueren vanuit Langstraat-Achthuizen.

Alle zes de mannen werkten voor Maarten van Nieuwenhuizen, commissionair en uienteler uit Ooltgensplaat en zij vonden door zijn bemiddeling een woning en werk  aan de noordkant van de Betuwe, bij Rijswijk (tegenover Wijk bij Duurstede).

De Wit kreeg, evenals Marinus Kroon  (zie ook de tekst bij de zusjes Kroon), aanvankelijk werk op de steenfabriek ‘de Roodvoet’ in de uiterwaarden van de Nederrijn.  Hier woonde het gezin in een aantal kamers van één van de dienstwoningen. Deze fabriek werd het doelwit van een geallieerd bombardement, uitgevoerd als gevolg van informatie door het verzet dat in het haventje munitie gelost en aanwezig was.

De bommenregen doodde elf van de in totaal honderd evacué’s, waaronder zeven kinderen die aan het spelen waren op het speelterrein. Eén van de kinderen overleed twee dagen later in het ziekenhuis.

Onder de slachtoffertjes was Geertruida de Wit, haar zusje Dien werd gewond maar overleefde het drama. Na de bevrijding kreeg zij in het ziekenhuis nog bezoek van enkele piloten, die de noodlottige afloop van dit bombardement, dat achteraf overbodig bleek te zijn, betreurden.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.